Definities betreffende de verslaglegging inzake informatie over de winstbelasting
1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1) “uiteindelijke moederonderneming”: een onderneming die de geconsolideerde financiële overzichten opstelt van het grootste geheel van ondernemingen;
2) “geconsolideerde financiële overzichten”: de door een moederonderneming van een groep opgestelde financiële overzichten waarin de activa, de passiva, het eigen vermogen, de baten en de lasten worden gepresenteerd als die van één economische eenheid;
3) “fiscale jurisdictie”: een jurisdictie van een staat of van een niet-staat die fiscale autonomie heeft wat de vennootschapsbelasting betreft;
4) “op zichzelf staande onderneming”: onderneming die geen deel uitmaakt van een groep als gedefinieerd in artikel 2, punt 11.
2.
Voor de toepassing van artikel 48ter van deze richtlijn heeft “inkomsten” dezelfde betekenis als:
a) “netto-omzet”, voor ondernemingen die onder het recht van een lidstaat vallen die de op basis van Verordening (EG) nr. 1606/2002 vastgestelde internationale standaarden voor jaarrekeningen niet toepassen, of
b) “inkomsten” als gedefinieerd door of in de zin van het stelsel voor financiële verslaglegging op basis waarvan de financiële overzichten worden opgesteld, voor andere ondernemingen.